De puitaal of magge (Zoarces viviparus) is een straalvinnige vis. De soort wordt in het Nederlands ook wel magaal of moeraal genoemd.
De puitaal behoort tot de puitalen (Zoarcidae), een familie uit de orde van de baarsachtigen (Perciformes). De maximale lengte is 52 centimeter en het hoogst gemeten gewicht is 510 gram. De hoogst vastgestelde leeftijd is 10 jaar. Het lichaam is slangvormig met een brede bek en een grote kop zonder zichtbare schubben. De brede rugvin loopt tot aan de staartaanzet en heeft vlak voor het einde een kenmerkende inkeping.
De puitaal komt voor in zout en brak water in een gematigde klimaatzone. De vis houdt zich over het algemeen op van de oppervlakte tot 40 meter diepte, maar meestal tussen de 2 en de 20 meter. Hij is geen stroomzwemmer, maar ligt meestal wachtend op zijn prooi op zand- of modderbodems, tussen het zeewier of stenen en ook in riviermondingen. Het dier kan tot 24 uur buiten het water verblijven, bijvoorbeeld tussen vochtig wier in drooggevallen getijdenpoelen. De puitaal jaagt op slakken, kreeftachtigen, muggenlarven, eieren en kleinere vissen