Het blauwtipje is een semi-transparant zeenaaktslak met een ovaalvormige omtrek. Het lichaam van deze slak is crème of lichtbruin van kleur en wordt ongeveer 75 mm lang. Het hoofd heeft mondtentakels die kort zijn. De cerata (longpapillen) zijn talrijk, hebben een glad oppervlak en een opgeblazen uiterlijk. De centrale darmklier is dun en bruin van kleur en kan door elke papil worden gezien. Deze klierlobben verdelen zich aan het uiteinde van de papillen in talrijke eindtakken, waardoor blauwtipjes worden onderscheiden van andere Aeolidioidea-naaktslakken. De toppen van de papillen zijn blauwachtig wit en iriserend. De witte pigment die aanwezig is op het oppervlak van de rugpapillen komt eveneens voor in vlekken of lijnen langs de kale centrale dorsum, alsook rond de lamellate rinofoor en de metapodium. De rinoforen (reuksprieten) zijn aan hun basis met elkaar verbonden door soort wrattige verbinding (in het Engels 'caruncle' genaamd). Zowel de rinoforen als de 'caruncle' zijn iets donkerder van kleur dan de rest van het lichaam.